woensdag 3 juni 2020

Luchtvochtigheid

proefje van vorige week:

Als je in de fles knijpt, verandert de luchtdruk en de temperatuur. Hierdoor gaat de waterdamp in de lucht condenseren (wordt weer water). de waterdruppeltjes gaan aan de rookdeeltjes van de lucifer hangen, en er ontstaat een wolk.


Maar hoeveel water past er in de lucht?

Dit ligt aan de temperatuur: bij 30 graden past er ongeveer een borrelglaasje water:
In een kubieke meter lucht:
Anders gezegd: in de lucht van jullie klaslokaal zit ongeveer een colafles water!

Maar wat gebeurt er als lucht kouder wordt?

Proef1:
-Neem een lege plastic fles met dop en leg hem een 10 tot 20 minuten in de vriezer:
-wat is er na die tijd met de fles gebeurd? Hoe komt dit?

Als lucht kleiner wordt, dan kan er ook minder water in. Als het buiten vriest, dan kan de lucht bijna geen water meer bevatten. Dit kan je vergelijken met een spons.

Proef2:
-neem een emmer water en een spons. Duw de spons in het water zodat de spons zich volzuigt met water. Haal de spons uit het water. de spons zal er droog uitzien:
-knijp nu langzaam in de spons. Eerst wordt de spons donker van het water. Dit kan je vergelijken met het ontstaan van een wolk. Als je nog verder knijpt, loopt er water uit de spons. Het gaat regenen!
-Stop nu met knijpen. Je ziet dat de spons nu heel droog lijkt.
-Kan je vervolgens nog harder knijpen zodat er toch weer water uit de spons komt?

Dit verklaart de kringloop van water: water verdampt door de zon, maar in de lucht koelt de lucht weer af, waardoor er wolken en neerslag ontstaat:

-snap je nu ook waarom het in de lente meestal droog is, en in de herfst nat?
-in de winter beslaan autoruiten vaak met kleine waterdruppeltjes. Waarom komt dit denk je?