Is iets ver weg, maar heel groot en helder, of dichtbij, maar klein en zwak?
Je kunt de hoogte van een boom opmeten als je de schijnbare grootte en de afstand weet.
Bij de maan weten we wel de schijnbare grootte, maar niet de afstand of echte grootte
Aristarchus van Samos (310-230 voor Chr):
Door goed te kijken naar een maansverduistering zag hij hoe groot de aarde was ten opzichte van de maan:
Nu wist hij dat de maan ongeveer drie keer zo klein was als de aarde.
Gelukkig kunnen onze ogen ook diepte zien:
Opdrachten in tweetallen:
- zet een grote bal en kleine bal zo neer dat ze even groot lijken.
- kijk met 1 oog: zie je welke bal het verste weg staat?
- kijk nu met 2 ogen: zie je het nu beter?
- kijk eerst met links dan met rechts, wat gebeurt er met de plek van de ballen?
De maan blijkt ongeveer 384000 kilometer is ver weg te staan.
Tegenwoordig ligt er een spiegeltje op de maan, waardoor we het heel nauwkeurig kunnen meten: