Op aarde worden we door de aarde aangetrokken. Maar wat gebeurt er in de ruimte?
Toen Isaac Newton rond 1660 onder een boom zat, viel er een appel op zijn hoofd. Hij vroeg zich af "waarom valt de appel op de grond, maar blijft de maan in de hemel?".
Hij ontdekte dat alle dingen het liefst rechtdoor gaan, en niet in de bocht. Dit geldt ook voor auto's, die uit de bocht kunnen vliegen:
Eigenlijk wil de maan ook rechtdoor, maar door de zwaartekracht makt de maan een rondje om de aarde. Zo valt de maan nooit op de aarde.
Vergelijk het met een emmer water die je kunt rondzieren zonder dat het water eruit valt:
En daarom draaien dingen om elkaar heen in de ruimte. Ze willen elkaar niet verliezen, maar ook niet op elkaar botsen!
Als in een raket zit, val je net zo snel naar de aarde als de raket zelf. Dit komt dankzij het proefje van vorige week: de zware raket valt even snel als de lichte astronaut. Daarom voelt het alsof je gewichtsloos bent. Hierdoor kan je leuke truukjes doen:
Maar na een tijdje begint zweven te vervelen. Gelukkig hebben een paar astronauten een oplossing bedacht om niet te hoeven zweven in de ruimte, door rondjes te rennen:
Dit truukje gebruiken we heel vaak in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld in de zweefmolen:
En wat gebeurt er als je heel snel rondjes draait? Dan kan je bijvoorbeeld je kleren drogen:
Of testen of mensen geschikt zijn om met een vliegtuig of raket te vliegen:
Helaas moeten we naar de ruimte om gewichtloos te zijn. Of toch niet? Als je met een vliegtuig een vrije val maakt, kan je heel even gewichtsloos zijn: